Historie

Tuinman door de tijd heen

De oprichter van het bedrijf, Aldert Tuinman, geboren op 27 augustus 1877, was getrouwd met Martje Kerkhoven. Zij kregen vier kinderen, t.w. Jurjen, Henk, Jitske en Akke. De Tuinmans waren schippers en kwamen uit Balk. Zij voeren op een tjalk.

Aldert Tuinman is begonnen in 1900 met alleen overslag, bevrachting en expeditie voor Hubert Jans en voor Meinesz. Dat was voor namelijk hout overslag wat toen door de havens en door de singels naar de grote houtschuren toe ging allemaal op het handje of met de boom gedaan werd. Later ook voor de ZPC en de fa. Kuhlman met aardappelen en allerhande spul.

Toen eind 20er en begin 30er jaren de dekschuit haar intrede deed kon men niet langer zonder sleepboot. In de haven werd het drukker, de schepen werden groter dus met de hand kon niet langer. Het is bekend dat Sleepbedrijf Flietstra begin jaren ’20 hier al werkzaam was en ik weet dat Flietstra de fa. Tuinman wel eens hielp met slepen. Tuinman heeft het bedrijf op 1 mei 1934 opgericht en daarna kom ik de naam Flietstra niet meer tegen, mischien was er sprake van een overname maar dat is onbekend.



Het gebeurde wel eens dat Tuinman een andere boot inhuurde. Begin 60er jaren was dat met de Souvenir van oliehandel van der Meulen.

Toen zoon Jurjen zeven jaar in Nederlands-Indië gediend had kwam hij in 1934 in de zaak van zijn vader. Jurjen, geboren op 6 juni 1903 was getrouwd met B. Hoogland en zij kregen vier kinderen, namelijk Aldert en zijn tweelingzuster Ettje, Martie en Pieter. Het ging, ondanks dat het een slechte tijd was, wel goed in de havens vant de MARTJE I was al gauw te klein. In 1935 werd de MARTJE II afgeleverd door Scheepswerf Welgelegen.

In het begin van 1960 hielp Souvenir van Van der Meulen wel eens, maar dat kon natuurlijk niet doorgaan en op 28 september 1962 moest sleepbootkapitein Foeke Braaksma een nieuwe aanwinst ophalen in Hilversum. Dit werd de MARTJE III en is de ex Jan van Hendrik van der Boom uit bovenstaande. Braaksma heeft als sleepbootkapitein bijna 40 jaar gewerkt voor Tuinman. Hij kwam eerst op de MARTJE II, later op de MARTJE III, weer later op de THEO I en nog later op de JENNY I.



Eind 50er en begin 60er jaren begonnen niet zo leuk voor Jurjen Tuinman, op 8 november 1956 overleed zijn vader en de afdelingen overslag, expeditie en bevrachting liepen toen al iets terug. De meeste bedrijven hielden het werk in eigen beheer of besteden het werk uit aan anderen die goedkoper waren, dus de concurrentie werd groter. Tot rond 1970 hebben zij dat werk nog gedaan. De sleepdienst draaide wel erg goed gezien het sleepwerk van de schepen van en naar zee en van en naar de scheepswerf. Deze lag toen nog in de Zuiderhaven later in de Buitenhaven.

Jurjen Tuinman overleed op 23 september 1972, alleen de sleepdienst en nog wat dekschuiten waren toen over. Hessel Jorna, die als jongen van 16 jaar al bij de fa. Tuinman op kantoor werkte, kon de zaak per 1 januari 1973 overnemen onder voorwaarde dat de naam Tuinman bleef bestaan. Aldert en Pieter Tuinman wilden de zaak van hun vader zelf niet voortzetten. Het kantoor was tot 1974 op de Zuiderhaven no.59 en ging later naar de Visserijhaven no.11 waar het nu nog zit. Sinds een aantal jaren vaart Theo, de zoon van Hessel Jorna op de JENNY II.De sleepboten die Hessel Jorna na 1973 heeft gekocht hebben de namen van zijn vrouw; JENNY, en van zijn kinderen; ANITA en THEO.